SV | En Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; want Gij wist, dat zij trotselijk tegen hen handelden; en Gij hebt U een Naam gemaakt, als het is te dezen dage. |
WLC | וַ֠תִּתֵּן אֹתֹ֨ת וּמֹֽפְתִ֜ים בְּפַרְעֹ֤ה וּבְכָל־עֲבָדָיו֙ וּבְכָל־עַ֣ם אַרְצֹ֔ו כִּ֣י יָדַ֔עְתָּ כִּ֥י הֵזִ֖ידוּ עֲלֵיהֶ֑ם וַתַּֽעַשׂ־לְךָ֥ שֵׁ֖ם כְּהַיֹּ֥ום הַזֶּֽה׃ |
Trans. | watitēn ’ōṯōṯ ûmōfəṯîm bəfarə‘ōh ûḇəḵāl-‘ăḇāḏāyw ûḇəḵāl-‘am ’arəṣwō kî yāḏa‘ətā kî hēzîḏû ‘ălêhem wata‘aś-ləḵā šēm kəhayywōm hazzeh: |
En Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; want Gij wist, dat zij trotselijk tegen hen handelden; en Gij hebt U een Naam gemaakt, als het is te dezen dage.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; want Gij wist, dat zij trotselijk tegen hen handelden; en Gij hebt U een Naam gemaakt, als het is te dezen dage.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!